* Camera Obscura - Nicolaas Beets

Auteur: Nicolaas Beets
Gepubliceerd: 1839
Genre: Kort verhaal
Pagina's: 233
Oorspronkelijke taal: Nederlands

Nicolaas Beets en de tijd waar hij in leefde
Nicolaas Beets was beter bekend als Hildebrand, zijn pseudoniem. Hildebrand is geboren op 13 september 1814 in Haarlem en overleed op 13 maart 1903 te Utrecht. Hij was een auteur, dichter, predikant en hoogleraar en is tot op de dag van vandaag bekend met werken zoals Camera Obscura. Zijn literaire roem berust voornamelijk op zijn studentenjaren, maar ook vóór deze tijd was hij al veel met literatuur bezig.
In de tijd dat Camera Obscura is geschreven hebben meerdere belangrijke gebeurtenissen plaats gevonden. Rond 1840 begon de Industriële Revolutie in Nederland. In 1893 ondertekent Willem I het Verdrag van Londen en erkent daarmee het Koninkrijk België.
Ook werd er halverwege de achttiende eeuw een nieuw apparaat uitgevonden: een camera obscura. Dit was een donkere box waarin op één wand een beeld verkleind werd geprojecteerd, via een lens in de tegenoverliggende wand. De tekenaar hoefde alleen maar over te tekenen. In het boek Camera Obscura lijkt het alsof Hildebrand dit ook doet: hij beschreef alleen maar, hij schreef alsof hij tekende. Dit was echter niet zo, hij had het beeld wat aangepast.
Voor meer informatie, zie: bron 1 

Samenvatting
Een goede samenvatting naar dit boek is hier te vinden: Camera Obscura: literatuurgeschiedenis.nl


Opdracht: schrijf twee brieven van ca. 250-400 elk. Je kiest een personage uit die periode en laat die een brief schrijven aan de hoofdpersoon. Schrijf ook een brief terug vanuit die hoofdpersoon aan het personage in de huidige tijd, anno 2014. 
Geachte Heer Hildebrand,

De reden van mijn schrijven is om u te bedanken voor al wat u voor my heeft gedaan tydens de nacht van het verschriklyk evenement.

Toen ik u ontmoette tijdens de vergulding, was ik gelyk in de liefde gedoemd. Stiekeme gevoelens die natuurlijk niet van pas waren voor een meisje met betrekkingen met een legerofficier. U heeft gevonden dat ik sereen ben, dat heb ik gehoord. Ik vind het betreurenswaardig dat u niet alsnog naar my toe bent gekomen. Nu ben ik echter toch erg geluckich geworden met myne vriend en dit heb ik aan u te danken.

Ik wil u bedanken voor uwe helden daad de nacht dat Van der Hoogen, de musike lerere, mij trachtte aan te randen. U was net op tyd om mij te redde van zijne onheil. Het briefke dat ik aan u had gegeven heeft u gebruikt als wapen tegen Van der Hoogen, ook daar ben ik u zeer dankbaar voor.
De heer van der Hoog heeft mij niet meer lastig kunnen vallen. Wat u ook had gezegd tegen zyn verschrikkelijk gedaante, het heeft gewerkt.

Ook wil ik u bedanken voor uwe daad omtrent myne vriend. Ik hoorde dat u tegen de burchmeester heeft gezegd dat hy niet naar West-Indië moest gaan. Ik ben inmiddels gehuwd met deze man en ben u zeer dankbaar voor alles wat u heeft gedaan. Toch zou ik graag de motivatie van dit alles willen weten.

Hooggeacht,
Suzette Noiret



Mijn lieve Suzette,

Toen ik je berichtje las, was ik erg ontroerd. Ik vind het lief dat je mij speciaal bedankt voor deze kleinigheden van zo’n lange tijd terug. Ik was een tijdje geïntrigeerd door jou schoonheid en kalmte, dat klopt, maar ik wist dat jij bestemd was voor de jongeman die verliefd was op jou, de jongen die nu jouw man is.
Ik ben heel blij voor je dat je de liefde hebt gevonden met je man. Ik heb aldoor gehoopt dat alles goed zou komen tussen jullie, je verdient dit geluk.

Een heldendaad zou ik het niet noemen, eerder een automatische reactie. Ik heb altijd gedacht dat Van der Hoogen een smeerlap was, ik noemde hem vanaf het begin al ‘de Charmante’. (Dat bedoelde ik dus cynisch.) Hij verdiende te boeten en dit heb ik die dag gedaan met een klein dreigement. Als hij jou niet met rust zou laten, zou ik het briefje wat je mij had gegeven laten zien aan meneer Kegge, waardoor de Charmante voor altijd verbannen zou zijn van hun huis en zijn naam altijd besmet zou zijn. Ook heb ik hem gezegd dat hij zich minder in het huis van Kegge moest laten zien.

Zoals ik al eerder zei, ben ik blij voor jullie twee. Ik wist dat deze jongeman zijn hart aan jou had verloren en dat jij ook wat voelde voor hem. Van der Hoogen wilde jullie tegenwerken door Bout te laten zeggen dat hij beter zijn geluk in Indië kon beproeven. Ik heb me toen tot de baron gewend om te vragen het ontslag van de jongeman te weigeren zodat hij zich niet in het ongeluk zou storten.

Ik zou je graag nog eens zien of je stem horen. Misschien dat we elkaar een keer kunnen spreken over Skype of dat je me kunt bellen?

Liefs,
Hildebrand



Geen opmerkingen:

Een reactie posten